De laatste twee maanden - Reisverslag uit Veldhoven, Nederland van Sandra Martens - WaarBenJij.nu De laatste twee maanden - Reisverslag uit Veldhoven, Nederland van Sandra Martens - WaarBenJij.nu

De laatste twee maanden

Door: Sandra

Blijf op de hoogte en volg Sandra

17 Augustus 2014 | Nederland, Veldhoven

Lieve moederlanders,

Een laatste reisverslag… En eigenlijk ben ik gigantisch aan cheaten, want eigenlijk ben ik al bijna een maand terug uit Afrika. Maarja, ik weet ook dat ik de laatste twee maanden van mijn reis maar weinig heb laten weten, er was in elk geval geen reisverslag! En dat heb ik van velen gehoord… Dus, omdat die laatste maanden net zo goed meetelden en zelfs misschien wel bij de leukste maanden van ‘Santje in het buitenland’ gerekend kunnen worden, ga ik er alsnog over vertellen.

Mijn laatste verslag (3 maanden geleden dus), stopte bij de 1 of 2 dagen na mijn verjaardag, toen ik in Lusaka was voor de voorbereidingen van de studententrip, ik denk mijn belangrijkste stage-activiteit. De trip: one big blast! Het was hard werken, uitdagend, gezellig en vereiste een hoop van mijn niet-zo-aanwezige planning-skills, maar jongens, jongens wat was het leuk! Het feit dat er bepaalde dingen waren die helemaal mijn verantwoordelijkheid waren vond ik heel fijn en daarnaast maakte ik 14-16 uurige werkdagen maar had ik eigenlijk niet zo in de gaten dat ik aan het werk was.

De studenten kwamen aan op een dag die volgde op een vrij heftige nacht voor mij (en dit was helaas niet omdat ik te veel gefeest had deze keer). Ik sliep ongeveer 3 uur voordat ik ’s ochtends om 6 uur mijn tentje uit werd geroepen door Bas om de tenten (die onderdeel van de camping gear in de overland truck waren) op te zetten. Dit deden we met verrassende efficiëntie waarna we op pad gingen om nog maar het een en ander voor die truck te regelen. Boodschappen hadden we de dag ervoor gedaan, het resultaat: 7 bomvolle karretjes die allemaal de truck in werden geladen, geshopt tijdens een 2,5 uur durende shopsessie in een Lusakaanse supermarkt met een vreselijk irritant Justin Timberlake nummer op repeat. De tocht naar het vliegveld duurde blijkbaar 2 uur door het chaotische Lusaka verkeer, maar daar heb ik niks van meegekregen. Uitgeput van het slaapgebrek, het geregel en de aanwezige emoties heb ik die uurtjes slapende achterin de truck doorgebracht. Na het ophalen van de studenten op het vliegveld stopten we bij een mall waar ik mijn steun en toeverlaat, chef Joseph, ontmoette, mijn haar in de fik zette tijdens het opsteken van een sigaret en bedelende kinderen blij maakte met een koekje. Daarna gingen we naar de campsite waar wij al een nacht door hadden gebracht en waar de studenten zouden logeren in de door ons opgezette tenten. Samen met Joseph (Joseph kookte, ik hield toezicht) maakte ik een fantastische spaghetti bolognaise voordat iedereen uitgeput naar zijn of haar tentje vertrok.

De volgende dag maakten we nogmaals een kleine stop bij een mall om nog een paar dingen voor de truck te kopen terwijl de truck zelf naar een garage werd genomen voor nieuwe banden. Omdat dat allemaal wat langer duurde dan gepland (duh, TIA: This Is Africa) zag ik ook nog de kans om mega vlug wat nieuwe shirts te kopen (lees: in 3 minuten), wederom omdat al het andere bevlekt of gescheurd was. Daarna begon de lange tocht richting Kasanka. Zoals te verwachten viel ging ook dit niet zoals gepland. Er waren verschillende stops bij verschillende checkpoints waarbij door verschillende politie-officers gedreigd werd met bekeuringen van verschillende bedragen voor verschillende redenen. Bovendien was het voedsel ook nog niet goed genoeg, er moesten nog kilos tomaten, paprika’s en pompoen ingeslagen worden, alsmede kolen waarvoor we 3 keer stopten voordat we onbeschimmelde, rijpe exemplaren hadden gevonden. Daarna besloot de filter op de benzinetank ook nog te verstoppen en toen werd het donker… En dus waren we gedwongen om te stoppen bij een lodge bij Mkushi, ongeveer 2 uur van Kasanka af waar we wederom de tentjes opzetten (ieder zijn eigen tentje deze keer gelukkig) voordat we de volgende dag rond lunchtijd KCC van Kasanka bereikten. Daar maakten we lunch en zag ik zowaar ook nog een kansje om mijn kleren te wassen, een niet overbodige luxe gezien mijn leven van die afgelopen week.

In Kasanka kampeerden we eerst 3 dagen bij Pontoon campsite. We namen de studenten mee op een game walk (Bas), een game drive (de chauffeurs, met Bas en mij als gids), ze gingen kanoën op de Luwombwa River, ik leidde ze rond in Bufumu forest en ze gingen ook nog naar een local community waarbij wij niet mee gingen. Op de eerste avond in Pontoon raakte ik verdwaald met Evelyn toen we van Wasa, waar we wat spullen waren gaan halen, in het donker terug reden naar het kamp, in het donker is alles anders. Op de tweede avond werd het spannend omdat de olifanten die we eerder tijdens de game drive gezien hadden ineens heel erg dicht bij het kamp waren. Op de derde avond kregen we bezoek van Wouter, de broer van Bas en een goede vriend van ons die zijn gitaar mee bracht, mijn avond kon dus niet meer stuk.

Na het kampeeravontuur bij Pontoon campsite, verplaatsten wij (niet de studenten maar wij dus) het kamp naar de Cycle village, de tijdelijke campsite ter gelegenheid van de bike race. De bike race is een jaarlijks terugkerend event in Kasanka NP wat bestaat uit (joh!) een fietsrace. Er is een race van 45 km en eentje van 21 km en er is ook nog de Njinga race voor locals. Het evenement duurt een heel weekend en er zijn ook tenten waar mensen eten krijgen etc. Op de campsite heerste een beetje festivalsfeertje, heel erg relaxed dus! Samen met Joseph kookte ik op een houtvuurtje waar ook de jongens van de lodge (de leukste locals van Kasanka I would say) kookten voor al die mensen, je kunt je misschien wel voorstellen dat dat gezellig en van tijd tot tijd hilarisch was. Waar er eerst sprake van was dat ik op ‘raceday’ moest helpen langs de route en dus om 6.00 uur klaar moest staan en zo’n 5 uur aan het werk zou zijn, bleek dit uiteindelijk niet nodig en dus had ik een hele chille raceday. Ik hoefde alleen maar te zorgen dat de studenten op tijd goede maaltijden voorgeschoteld zouden krijgen en een beetje enthousiasme toonden tijdens het aanmoedigen bij de finishlijn van de race. Het koken ging onder het genot van een lekker Afrikaanse beat, tijdens het ‘uitrusten’ ontmoette ik veel nieuwe mensen en kletste bij met vrienden en het toeschouwer zijn voor de Njinga race was gewoon ronduit briljant. De locals hebben geen van allen een goede fiets, ze missen bijvoorbeeld trappers of remmen, maar het enthousiasme waarmee ze aan die wedstrijd deelnemen is overweldigend. En ze zijn SNEL!!!! De eerste kwam na een kleine 20 minuten al over de finish, de route is 11 km lang. Er waren heel veel locals om de race te zien en iedereen was enthousiast en vrolijk. Ik heb de gezinnen van een paar van de medewerkers van Kasanka ontmoet en dat was heel erg leuk. Ook werd er een gloednieuwe fiets verloot onder alle deelnemers. Na wel 10 trekkingen die allemaal fout gingen, werd de fiets uiteindelijk gewonnen door een man met maar één been die desondanks met de race mee had gedaan en bij lange na niet als laatste eindigde ook nog eens! Dat is fantastisch, om dat te zien gebeuren. Sheer happiness.

Die dag voor de race was ook nog eens Evelyn’s verjaardag, dat zou ik nu bijna over het hoofd zien maar toen konden we dat natuurlijk niet ongemerkt voorbij laten gaan! De lodge had een gigantische taart gebakken waar ik uiteindelijk waxinelichtjes op zette (2, geen 21) omdat het gras nog niet droog genoeg was om er kaarsjes van te maken. Ze werd toegezongen door de hele groep studenten en heel veel gasten van de bikerace, er was wederom een lekker vuurtje, er was een wijntje, er was gezelligheid en er waren sterren, goede omstandigheden dus.

De ochtend na de bikerace was het tijd om het kamp en de studenten in de truck te laden en door te gaan naar de volgende locatie: Nakapalayo cultural village. Na een heerlijk ontbijtje van French toast met bacon (terwijl de studenten het moesten doen met pap muahaha) gingen we dan op weg. Het beloofde een hele uitdagende rit te worden omdat we met de truck over een vreselijke hobbelbobbel weg moesten waar je met de auto al zo’n 3,5 uur over doet. Maargoed, iedereen had gezegd dat het wel kon en zelf hadden we er ook vertrouwen in en dus gingen we met frisse moed van start. Alles leek redelijk gladjes te verlopen, hier en daar moesten wat boomtakken afgekapt worden maar we konden in elk geval overal langs. Totdat we bij de rivier kwamen… Die rivier is minder dan kniediep en dit moet geen probleem zijn om over te steken (ik had het al zo’n 3 keer met een auto gedaan tenminste) maar blijkbaar is dat met een 16 ton zware overland truck toch een ander verhaal… We kwamen dan ook muurvast te zitten. Maar op deze manier begon wel de leukste dag van de trip. Na ongeveer 1,5 uur te hebben geklooid met zandmatten, duwkracht van 22 mensen en motorkracht zaten we nog altijd vast. Inmiddels hadden Lloyd en Carl (medewerkers van Bangweulu) en de ouders van Carl zich bij ons gevoegd. Zij moesten namelijk over dezelfde weg en er is geen enkele kans dat je die truck kunt passeren op die ‘weg’, gevolg: tussen de werkzaamheden door watergevechten, bomen klimmen en koorddansen op het sleeptouw. Na 3 uur graven, krikken, stutten, duwen en trekken kregen we de truck dan eindelijk achterwaarts de rivier uit. EUFORIE!!!! Maarja… hij moest nog steeds door die stomme rivier, want omkeren en omrijden was geen optie gezien de tijd en het geld wat we daarmee kwijt zouden zijn. Maar voor elk probleem is een oplossing, en dus verzamelden we met zijn allen (26 man dus) zoveel mogelijk stenen en maakten op die manier een onderwater brug over de modder in de rivier heen. Ik heb zelden zo’n sterk staaltje teamwork gezien! Iedereen droeg zoveel stenen als hij/zij aankon, anderen zorgden dat die stenen op de juiste plek kwamen te liggen, de stemming bleef er goed in en op deze manier werd de situatie op een gegeven moment zo betrouwbaar dat Bas, Carl, Lloyd, chauffeur Mike en groepsleider Rupert besloten dat het nu maar moest gebeuren. En dus… werd de motor gestart, werd er achteruit gereden voor een flinke aanloop, werd de aanloop genomen met behoorlijke snelheid en werd er recht door de rivier heen gejakkerd. Wederom EUFORIE! Hij was er door! En dus konden we onze weg naar Nakapalayo vervolgen. Daar kwamen we uiteindelijk zo’n 5 uur later dan gepland aan. Precies op tijd om maar weer eens mijn tentje op te zetten omdat ze toch niet zo veel plaats hadden in de dorms als ze zeiden en te douchen. Mijn nieuwe shirt was zwart van al het gesjouw en het gesplash in het vieze water van de rivier. Daarna hadden we een lekkere Nshima maaltijd voordat iedereen wederom vroeg naar bed vertrok.

De dag erna werd er een tour door het dorp georganiseerd die jammer genoeg vooral om cassava draaide. Ik zeg jammer omdat ik een paar dagen daarvoor aan een aantal studenten had uitgelegd dat cassava totaal geen nutriënten bevat. De Zambianen zijn er echter groot fan van omdat het een ontzettend vol gevoel geeft waar je met een gemak een halve dag op kunt teren. Jammer dat er geen energie in zit, zoals de gids wel bij hoog en laag beweerde.

Maargoed, de tour werd vervolgd richting Shoebill Island camp in de Bangweulu Wetlands. Er viel op een gegeven moment een kameleon door het raam naar binnen die locals vervolgens de stuipen op het lijf joeg en de truck kwam weer vast te zitten op Chikuni Plain maar dit maakte niet uit want de studenten konden vanaf hier wel lopen naar de bootjes die ze naar Shoebill zouden brengen. Wij bleven achter om genoeg voedsel te verzamelen en orde in de chaos te scheppen. Wij werden pas na zonsondergang per bootje naar Shoebill gebracht, samen met alle koffers en spullen, maar dat was niet erg. Klotsend water, Lechwe op de oevers, vuurvliegjes waar je ook keek, sterren… er zijn vervelendere manieren van vervoer na zonsondergang (ook overdag trouwens). Daar aangekomen heb ik samen met de chefs van Shoebill (we hadden inmiddels afscheid genomen van Joseph) een geweldige pasta (ahum) in elkaar geflanst en daarna hebben we met zijn allen gezellig gezeten.

Die dag 8, die volgde op dag 7, transportdag van Nakapalayo naar Shoebill, was een big day voor mij, Bas zijn verjaardag. Meneer wilde quiche voor lunch (thank god heeft Alex de chef die gemaakt anders was het echt misgelopen) en als dinner soep, braai en verjaardagscake. ’S Ochtends kon ik nog mee met de studenten en hun boottripje op zoek naar Shoebills (wat ook bestond uit het verzorgen van zieken helaas), maar ’s middags stond ik in de keuken, als een echt Afrikaanse huisvrouw, compleet met chitenge om mijn middel om mijn benen te bedekken en goede kleren te beschermen tegen vlekken. Met hulp van Linsey en Evelyn (totdat die weg moesten om naar de vastgelopen truck te gaan) en alle personeelsleden van Shoebill camp hebben we een geweldig diner in elkaar gezet voor 26 man, en dat allemaal bereid op houtvuurtjes en in een houtgestookte oven. Het was wel een groot succes. Die avond zaten we met een select groepje op een afstandje van het kamp bij een vuurtje om Bas zijn verjaardag te vieren. Wederom splashende Lechwe en een hoop sterren. Het werd een late nacht.
Een late nacht die helaas gevolgd werd door een vroege ochtend (5.30 uur) om een Full English ontbijt te koken voor wederom 26 man. Daarna werden we weer per bootje terug vervoerd naar de truck die uiteindelijk met een hele hoop moeite van Chikuni plain af kwam. Terwijl daarmee gehannest werd hebben de studenten en ik over de plain gelopen richting de zebra’s die verderop stonden. Ook heb ik samen met Evelyn een sprintje getrokken om door een kudde Lechwe te rennen, machtig gevoel.
Zo’n 7 uur later kwamen we aan bij Lavushi Manda National Park, op een oude vertrouwde plek nog wel: Mumba Tuta campsite (het startpunt van onze hike eerder dit jaar red.). Daar heb ik weer lange dagen gemaakt, met de groep Lavushi Peak beklommen, onder de waterval gezwommen (de enige plek zonder krokodillen) en ben ik fataal van een trapje geslipt (zo’n 30 cm naar beneden) het resultaat: een open schaafwond op mijn scheenbeen met blauwe plekken van mijn enkel tot mijn knie, heel charmant.

Na 2 nachtjes Lavushi, gingen we terug naar KCC in Kasanka voor een hectisch verloop van de dag met zelfgemaakte pizza’s, lasagne gebakken OP de oven in plaats van erin, een gevallen schaal lasagne, iets te veel wijn voor een bepaald persoon (neeeeee niet ik!) en slapen opgevouwen in de truck.

Nadat we de studentjes de laatste dag van hun trip veilig afgezet hadden op Lusaka K.K. International Airport bleef ik een paar daagjes in Lusaka om te wachten op (jawel) moeders!!! Moeders was in Zuid-Afrika en besloot toen (redelijk tegen mijn advies in) om ‘even’ heen en weer te komen naar Zambia. Omdat we maar kort de tijd hadden, zijn we deze keer niet van plaats naar plaats gegaan maar naar Kafue NP gereden en daar een paar dagen gebleven. Daar hebben we zowel georganiseerde game drives als game drives met ‘eigen’ gehuurde auto gedaan (en ik mocht ook rijden!) en heel veel dieren gezien die ik nog niet eerder had gezien, zoals hartebeesten, leeuwen en verschillende vogelsoorten. We logeerden in lekker chaletjes in Mukambi Lodge en kregen alle maaltijden erbij, dus even geen gedoe met koken en maaltijden, wat een luxe!

De dag nadat ik mama weer gedag had gezegd en zij weer terug vloog naar ZA, vond ik mijn weg terug naar Kasanka, waar ik nog ongeveer 1,5 week zou blijven om mijn stage af te ronden. Dat werden hele gezellige dagen met maar weinig werk wat ook daadwerkelijk als werk aanvoelde. Het was wel druk want er waren nog 2 vrijwilligers bij gekomen in het huis waardoor ik (wederom) in mijn tentje moest slapen omdat er niet genoeg bedden waren en bovendien waren er nog 4 Franse meisjes bij gekomen die onderzoek deden in het park. Met zijn 10en was het dus behoorlijk druk in het huis.
Ondertussen werd het ook een klein beetje eng dat mijn verblijfsvergunning op 19 juni zou verlopen en ik toch echt van plan was wat langer te blijven. En dus ging ik samen met Evelyn en Linsey richting Lusaka na een fantastische laatste braai-avond in Kasanka. We konden een lift krijgen tot Mkushi waarna Evelyn en ik liftend onze weg vervolgden omdat de druk voor mij om bij immigration in Kabwe te komen nogal groot was (het was 18 juni namelijk). Eenmaal in Kabwe aangekomen kreeg ik te horen dat ik ofwel het land kon verlaten en weer terug komen op een toeristenvisum, of mijn vergunning kon verlengen (à 2000 kwacha, 250 euro). De keuze was dus nogal snel gemaakt, ik zou de volgende dag naar de Zimbabwaanse grens gaan, die maar op zo’n 1,5 uur rijden van Lusaka ligt, en daar even de grens over stappen en vervolgens weer teruglopen. Helaas ging dat niet helemaal zoals gepland maar we hebben wel eerst die avond de wedstrijd Nederland-Australië gekeken en zijn uit eten gegaan.
Op 19 juni had ik eerst een lekker ontbijt met Lloyd, Kerrie en Raquel (die mij een lift zouden geven naar de grens) waarna we richting de grens reden, waar ik rond 16.00 uur was. Daar kreeg ik te horen dat ik niet voor een uurtje het land uit mocht, wel voor een weekje… Maarja ik stond daar in mijn dunne broek en hemdje, als ik dat zou doen zou ik doodgaan van de kou ’s nachts, bijna al mijn spullen lagen namelijk nog in Lusaka. Omdat de grens binnen dat moment en 2 uur zou sluiten was ik dus uiteindelijk gedwongen om 250 euro af te tikken voor een nieuwe vergunning… Zuur, maarja, ik mocht in elk geval blijven! En dat was dan ook wel weer een fijne opluchting.
Die avond werd ik getroost met een gratis bed in de lodge van Tony en Ann (Lloyd zijn ouders), die maar 10 km van die beruchte borderpost is. Bovendien mocht ik de volgende dag met hen meerijden terug naar Lusaka waar we ook nog eens met zijn allen gezellig lunch hadden. Daar aangekomen hoorde ik van Lloyd dat de auto kapot was gegaan waardoor mijn geplande terugkeer naar Nkondo (van de paarden) een paar dagen uitgesteld moest worden… Heel vervelend… Maarja een paar dagen in Lusaka gaan zitten is dan ook zoiets… En dus vroeg Lloyd aan zijn ouders of we niet met hen weer mee terug konden naar de lodge om daar het weekend door te brengen. Zodoende zat ik die zaterdag wederom in de auto richting het zuiden, richting Gwabi lodge in de Lower Zambezi.
Daar ging echter nog wel een reeks gebeurtenissen aan vooraf. Ten eerste schrok ik me rot toen ik mama aan de telefoon had en hoorde dat oma gevallen was en zodoende haar heup gebroken had. Gelukkig (en dit is het voordeel van de blog veel later schrijven), is het allemaal goed afgelopen en is ze inmiddels weer thuis. Ten tweede was het Evelyn haar laatste avond en dit moest natuurlijk gevierd worden. Dus zijn we met veel vrienden uit eten gegaan. Daarna wilden we uit gaan maar we moesten nog even wachten omdat het nog te vroeg was (dus ook in Zambia gaan de clubs pas om 0.00 uur open) en dus gingen we maar poolen bij het hostel. Toen het dan eindelijk laat genoeg was trokken we naar de club waar de volgende 4-5 uur doorgebracht hebben met dansen, dansen en heel veel dansen. Heerlijk om dat weer eens vrijuit te kunnen doen.
De volgende ochtend heb ik door een miscalculatie in de planning Evelyn niet meer gezien en ben ik weer terug naar Gwabi gegaan voor het weekend. Daar hebben we die zondag met een bootje op de rivier gedobberd en terwijl Lloyd aan het vissen was, deed ik een poging om het duo penotti effect wat op mijn schouders ontstaan was bij te kleuren. Het was zooooo leuk! We zagen olifanten en waterbuck op de oever en nijlpaarden en krokodillen in het water en ze waren allemaal zo dichtbij! En toen we gingen varen mocht ik sturen (en ik hou nu eenmaal van sturen, boot, auto, paard, maakt niet uit) en ik hou ook van varen en van dieren en het was allemaal aanwezig tijdens die ene middag, geweldig. De dag erna moesten we echter wel weer terug naar de realiteit van Lusaka, sterker nog, we moesten die middag nog vertrekken richting Nkondo omdat Lloyd er op tijd moest zijn om de managersrol weer over te nemen van de ‘vervang-manager’ (Carl). Dus vertrokken we om 18.00 uur uit Lusaka, hadden 8,5 spannende uren op de weg (waarbij ik kennis maakte met het fenomeen ‘deelname aan Afrikaans verkeer 2.0 - ’s nachts’) en hadden we ook nog een klapband, eventjes. Maar dat was gelukkig snel opgelost.

En toen was ik ineens weer terug in Nkondo… Waar ik weer elke dag mocht paardrijden en bovendien vrije tijd over hield om aan mijn stageverslagen te werken, te koken, te bakken, boeken te lezen en films te kijken, heerlijk! Het voelde als vakantie. Ik had allerlei grootse plannen om te gaan reizen, maar een beetje vast zitten in je comfort zone is ook niet verkeerd, zo redeneerde ik. In Nkondo had ik het fijn dus ik begreep niet zo goed van mezelf waarom ik er perse weg moest. En dus bleef ik 3 weken. In de laatste week lazerde ik mega hard van een van de paarden omdat ze schrok en ik er zonder zadel op zat en dus kwam rijden er in die laatste week bijna niet meer van, ik had mijn rug geblesseerd, en goed ook… Ik leek wel een oud wijf zoals ik erbij liep. Daarom ben ik maar mee gegaan naar Chikuni om mee te gaan naar een van de Shoebill-nesten. Het was een fantastische wandeling van een uur of 2, ook al liep ik een groot deel van de tijd tot mijn knieën of zelfs mijn shorts in het water (en ik liep al moeilijk dus) en haalde ik mijn hele benen open aan de snijplanten in het moeras. Want wat het ook betekent om daar te lopen is dat je op een stukje Afrika loopt wat niet vaak door mensen gezien wordt en al helemaal niet bewandeld. Bovendien heb ik een Shoebill kuiken van heel dichtbij gezien! Ook bijzonder.

Het was top in Nkondo en ik had er makkelijk nog weken kunnen blijven zitten, maar het besef groeide ook dat ik op een punt in de maand juli terug naar huis zou moeten keren. En dus maakte ik de beslissing om mijn terugticket te wijzigen naar 19 juli. Een week nadat ik Nkondo verliet. Bas kwam toevallig langs het gebied en nam me mee naar Kasanka. Dat was ook leuk, was ik ineens toch onverwachts nog een nachtje in Kasanka! Ik wilde echter ook nog graag naar Livingstone om de Victoria Falls te zien en dus bleef ik niet hangen in Kasanka maar nam het aanbod van een lift naar Serenje aan de volgende dag. Vanaf daar vond ik al vrij snel een lift (gratis!) helemaal naar Lusaka, waar ik aan het eind van de middag afgezet werd. Vanaf daar vertrok ik de volgende dag per bus naar Livingstone.
In Livingstone was het heel erg leuk en vooral mooi, maar daar had ik het ook wel even moeilijk ineens. De comfort-zone verlaten valt me nog steeds zwaar zo blijkt en het werd ook ineens heel officieel dat ik Zambia snel zou gaan verlaten, laten we het daar op houden. Maargoed, hoofddoel van naar Livingstone gaan is natuurlijk: De Victoria Falls. Voor maar 7 kwacha ging ik er met een gedeelde taxi heen, waarna ik eerst een uurtje over de brug gestruind heb die Zambia met Zimbabwe verbindt. Technisch gezien ben ik op Zimbabwaans grondgebied geweest, ik heb alleen niet het stempeltje in mijn paspoort om het te bewijzen. Vanaf de brug wordt er door gekke mensen gebungeejumped (dat is een raar werkwoord vind ik) en vanaf daar kun je de falls al redelijk goed zien. Het echte natuurschoon kun je echter zien vanaf de speciale walkways die er gemaakt zijn. Was mijn 250 euro permit verlenging toch nog ergens goed voor want ik mocht mooi voor resident-rate naar binnen! Ik had de plastic poncho die ik leende van iemand heel erg nodig, dichtbij de falls is het net alsof je door een Nederlandse (of Zambiaanse) hoosbui loopt. Ik werd onder de poncho door nog zeiknat, maar dat maakte niet uit, want wat is dat prachtig! Ik heb sowieso al een vreemde fascinatie voor stromend water, en bij die watervallen werd ik zeker niet teleurgesteld. Woorden schieten tekort om het te beschrijven, je moet het zelf gaan zien. Een kleine poging: Héul veul water wat met een enorm geweld van een gigantische afstand over een gigantische breedte naar beneden dondert. Ik heb de hele dag over die walkways gestruind en de watervallen vanaf alle mogelijke hoeken bekeken. Wat enigszins eng maar ook wel leuk is, is dat de bavianen daar heel groot zijn en heel erg dichtbij komen. Ze gaan zelfs niet aan de kant als ze in de weg zitten op de paden. Ik ontmoette 2 Duitse vrouwen waarvan een in Malawi woont en heb ook nog zomaar 1,5 uur met hen staan kletsen. Daarna heb ik een paar kleine souveniertjes gekocht voor mijn nieuwe woonruimte en ben ik naar het Royal Livingstone Hotel gelopen voor een gin-tonic op het terras tijdens zonsondergang, oftewel een sundowner (dit was natuurlijk een insiders-tip want anders had ik dat nooit weten te vinden).
Mijn tweede volle dag in Livingstone deed ik een poging om aan mijn stageverslag te werken, in het zonnetje met een lekker cornflakes-ontbijtje en een kopje thee. Daarna ben ik naar een lokale markt gewandeld en kwam ik terug bij het hostel met 15 chitenges (Afrikaanse omslagdoeken waar ik verliefd op ben geworden). Die stofjes wil ik uiteindelijk gebruiken om kussentjes, gordijnen en kleding van te maken. Had ik er wel gelijk een probleempje erbij… Ik was eerder mijn flightbag al kwijt geraakt die ik om mijn backpack doe als ik ga vliegen, daar kan ik ook een hoop losse dingen bij gooien. Maar mijn backpack zat al vol en daar kwamen dus ineens 15 lappen stof van 2x1,5 m bij… Ik heb het allemaal meegekregen hoor!

De dag erna heb ik de bus terug gepakt naar Lusaka om daar mijn allerlaatste avond in Zambia te besteden. Ik zette mijn tentje op bij de nieuwe locatie van Lusaka Backpackers, waar ik normaal gesproken altijd verblijf. Daarna ging ik naar de desbetreffende backpackers voor een laatste Nshima-maaltijd en een drankje aan de bar. Ik ontmoette een paar leuke mensen daar en zelfs iemand waarmee ik voordat ik naar Livingstone vertrok ook al een paar uur aan diezelfde bar had zitten kletsen. Hoewel ik een groot voorstander ben van rustige biertjes aan de bar en goede gesprekken, was het ook mijn laatste avond, en die kon ik toch niet in alle rust voorbij laten gaan. Daarom vertrok ik naar een Lusakaanse bar waar een paar (inmiddels) goede vrienden waren. Dat werd uiteraard heel erg gezellig en daarom rolde ik pas om 3.00 uur mijn tentje in.

Mijn vlucht terug naar huis vertrok die zaterdagavond om 21.25 uur pas, wat mij voldoende tijd gaf om uit te slapen, van alles te regelen (zoals inchecken voor mijn vlucht) en rond een uur of 12.30 richting Mandahill Mall te vertrekken voor een bacon and egg ontbijtje. Daarna ging ik terug naar backpackers om afscheid te nemen van alle lieve mensen daar en zette ik mijn wandeltocht door Lusaka voort richting een andere mall, op zoek naar een nieuwe flightbag. Maarja, TIA (again) en dus vond ik geen flightbag. Terwijl ik terug liep van deze mall naar mijn tentje (ongeveer 20 minuten), kocht ik een stuk cake als ‘lunch’ (het was 16.30), deelde ik mijn laatste fruit en koekjes met een aantal kinderen en had ik een lang gesprek met een Zambiaan wat begon met zijn vraag of ik toevallig Deens was. Mijn laatste uren in Zambia bestonden voornamelijk uit het opruimen van mijn tent en heel erg georganiseerd inpakken van mijn backpack om er alles in te krijgen. Met een laagje kleding extra, het een en ander aan kleding in mijn handbagage en mijn regenjas in mijn hand paste het uiteindelijk perfect! Daarna was het tijd om nog snel een paar frietjes te eten, afscheid te nemen van nog een paar vrienden en mijn spullen in de taxi van mijn favoriete chauffeur Patrick te laden.
Heel even moest ik de neiging onderdrukken om om te draaien toen ik de hal van het vliegveld in liep, maar met een beetje overtuigingskracht van mijn verstandige kant, zette ik door, dropte mijn backpack (met schietgebedje dat hij nergens achter zou blijven hangen tijdens mijn overstap in Dubai met al die losse riempjes) en ging door de douane. Deze vlucht had lichte vertraging wat er later voor zorgde dat ik over Dubai Airport stormde om nog een slof sigaretten te kunnen kopen en mijn volgende vlucht te halen. Ik had even niet in de gaten dat de overstaptijd zó kort was en dat als je het bordje ‘C-gates’ ziet, het niet betekent dat je vlakbij de goede gate bent, ik moest nog met een trein-achtig geval en een lift en nog een heel stuk sprinten… Maar ik had het gered! En een dikke 6 uur later stond ik bij de bagage-band te wachten op mijn trouwe backpackje op Düsseldorf airport. Pas een half uur later ontdekte ik dat backpacks ergens anders opgehaald konden worden… Maar ik had hem! En daarna duurde het nog maar zo’n 3 minuten voordat ik vol blijdschap op mijn lieve papa en Renate af kon rennen.

En nu ben ik dus alweer een maand thuis… wat gaat het snel… Het valt me redelijk zwaar, terugkomen is bijna net zo moeilijk als gaan. Maar ik vind het wel ongelofelijk fijn om iedereen weer te zien en verhalen uit te wisselen! En ik ben 10 dagen met mama en Kylian in Italië geweest dus klagen zal ik zeker niet doen.

Over 2 weken gaat mijn opleiding weer verder in Leeuwarden en start ik dus met het derde jaar. Dit jaar ga ik de major wildlife-management volgen en kan ik daarnaast keuzemodules volgen zodat ik me meer kan gaan focussen op het management, conservation, educatie en toerisme, daar heb ik veel zin in. Wat extra leuk is, is dat ik samen met mijn lieve vriendinnetje Emma (uit Leeuwarden, er zijn 2 lieve vriendinnetjes Emma in mijn leven) een huis/appartement aan het zoeken ben wat we dan samen zullen delen, compleet met slaapbanken (iedereen is welkom), lichtelijk Afrikaanse inrichting en een hoop gezelligheid. Allemaal leuke dingen dus!

Over een jaar ga ik weer op stage en de kans zit er dik in dat ik wederom naar Afrika zal gaan. Het continent heeft zonder twijfel mijn hart gestolen en biedt me veel mogelijkheden voor een leuke baan in de toekomst.

Mijn tijd in Zambia is fantastisch geweest en hoewel ik er (zeker op het begin) wel eens aan twijfelde, is het de beste keuze geweest die ik kon maken. Wat heb ik weer een hoop geleerd, over mezelf, over mijn toekomstige vakgebied, over mijn mogelijkheden, over mensen, over de wereld. Wat heb ik weer fantastische mensen ontmoet en wederom zitten er vrienden voor het leven tussen.
Dat ik na mijn opleiding in het buitenland zal gaan werken en wonen staat vast (ik bereid jullie alvast voor) en de kans is zeer groot dat een deel van mijn toekomst zich in Afrika zal afspelen.

Ik heb het deze keer wel heel erg bont gemaakt met betrekking tot tijd tussen de reisverslagen en dit laatste verslag is dan ook een half boekwerk geworden, sorry daarvoor. Maarrrrrr weer ontzettend bedankt voor het lezen van mijn verslagen, voor alle reacties en lieve berichtjes. Het is wederom een grote steun geweest in moeilijke tijden en in leuke tijden was het een fantastische toevoeging en een herinnering waarom ik niet moet vergeten waar ik vandaan kom en alle lieve mensen die er altijd voor me zijn in mijn moederlandje.

Cheers!
Sandra

PS: Het wonen in het geciviliseerde Nederland brengt weer nieuwe problemen met zich mee. Waar je in Afrika prima zonder kunt, heb je in Nederland vaak nodig (wasmachine, bestek etc.). Ik sta open voor alle bruikbare spullen voor de inrichting van ons nieuwe huis die we over kunnen nemen ;).

  • 18 Augustus 2014 - 19:31

    Robert, Die Andere Uit Zambia:

    Hé vakantieganger,

    je hebt tijd over zie ik! :P

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Sandra

Actief sinds 29 Sept. 2011
Verslag gelezen: 1161
Totaal aantal bezoekers 36063

Voorgaande reizen:

12 September 2016 - 30 Mei 2019

Living (with) the wild life

09 Juli 2015 - 14 Februari 2015

Afriques 2.0

18 Februari 2014 - 15 Juli 2014

A new continent, a new adventure

25 Oktober 2011 - 15 Juni 2012

Backpacken door Australië

Landen bezocht: